105 donderdag 8 april 2010
Door: Tien
Blijf op de hoogte en volg Tineke
08 April 2010 | Gambia, Banjul
22:00 uur Het feest is voorbij. De familie is vertrokken. Vissegraten en klodders rijst worden van de vloer geveegd met mijn “european” bezem. Even hoeven ze niet te bukken om met een bos riet te vegen. Ben benieuwd hoe lang mijn spullen het hier uithouden. Ik hield mijn hart vast toen ik zag hoe de bezoekers van D.’s nieuwe kamers bezit namen. Op bed, op de stoelen, op de grond. Ik weet het. Ze geven om niets. Niet om hun eigen spullen -als ze die al hebben – en ook niet om spullen van een ander. Verbaasd kijkt de vrouw op als ik wijs op het dubbelgevouwen zeil onder haar stoel. Ze zegt niets en lijkt het niet te begrijpen. Ik wijs en maak duideijk dat ze de stoel even op moet tillen. Dat het zeil nieuw is.. Met een gezicht van “.. als het dan echt moet” geeft ze een rukje aan haar stoel. Laat maar Tien, onbegonnen werk. D. heeft beloofd goed voor zijn nieuwe spullen te zorgen. En daar zal ik het mee moeten doen. Loslaten.
De Namegiving bleek inderdaad veel minder luxe dan de vorige drie. Sira zag er gewoon uit als anders, met uitzondering van haar ogen. Daar had ze wat lichtblauwe ogenschaduw op gesmeerd. Niks geen dure broderiejurk en – voor zover ik dat kon zien want ik was veel binnen – al helemaal geen vijf tot zeven keer van dress wisselen. Een envoudig afdak van aan elkaar gestikte rijstzakken hield de zon tegen. Wel waren er stoelen gehuurd. Daar kom je niet onderuit. Vooral de ouderen moeten zitten. Mannen en vrouwen gescheiden.
Vooral in de middag is het een drukte van belang. Op diverse plekken buiten wordt gekookt. “Mama, come and cook Benachin..” Wordt er van mij verlangd dat ik ga koken?! Dacht het niet.”Sorry, I am a journalist. I write and take photos”. Hoe ik dat opeens zo kant-en-klaar uit mijn mond kreeg is me een raadsel, maar het werkte. Als ik op bed even wegzak, zegt D. me dat hij even een klusje moet doen. Ok, in de benen! en ga mijn piesemmertje legen. In mijn ooghoek zie ik wat het klusje behelst. Met een machete staat hij over de zwart geblakerde kop van de geslachte ram gebogen. Die lijkt zo uit het vuur te komen. Hij lacht verlegen als hij mijn vertrokken gezicht ziet. De vrouwen lachen, stoppen even met het stampen van de uien en heffen een lied aan: “He Mama Africa how are youuuuu..”
Tegen vieren worden drie grote platte schalen met rijst en ingrediënten voor ons op de grond gezet. Een ervan heeft een stuk ram, de andere twee vis.Wonderlijk, ik wordt geacht met de mannen te eten in D,’s kamer. Op het nieuwe “bankstel”. In notime zijn ze klaar, ik nog lang niet en eet rustig met mijn lepel verder. Alles wat niet naar de maag hoeft wordt op de grond gespuugd. Graten, botjes en felle stralen spoelwater. Tjemig. Later zie ik D. met mijn bezem de boel bij mekaar vegen. Gelukkig, er is hoop.
Ik heb voor deze dag niet de schoonheidsprijs verdiend. Het komende afscheid zat me flink dwars en ik kon weinig tot niets hebben. Het eindigde zelfs in een huilbui. Boubou uit en als een klein meisje wilde ik niks meer. Een bad. Koelde me af. Ik stuurde iederen de kamer uit en wilde alleen zijn. Klaar met aanpassen. Ik ben me duidelijk aan het omschakelen
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley