04 Donderdag 7 oktober 2010
Door: Tien
Blijf op de hoogte en volg Tineke
07 Oktober 2010 | Gambia, Banjul
Handig zo’n laptop die de datum voor je bijhoudt. Niks geen woensdag.. het is alweer donderdag!! Pffht!! Ik heb geen zin om – zoals in veel reisverslagen hier – domweg een opsomming te geven van het reilen en zeilen hier. En toen en toen en toen… ik heb er een bloedhekel aan. Toch ontkom ik er niet altijd aan wil ik het thuisfront een beetje op de hoogte houden. Dus ga ik nu vertellen dat het goed met me gaat, dat ik – zoals iedere toerist – verbrand ben. Dat ik een koortslip heb en dat ik zoekende ben naar mijn taak hier. En dat het hier alsmaar warm is. Dat men nog steeds elk afval achteloos op de grond laat vallen en dat dat een genot is voor de vliegen. De mensen zijn nog steeds overenthousiast als ze me zien, en nog even temperamentvol als altijd. En vriendelijk. En gastvrij.
Ik zit op de veranda voor het huis van mijn “twinsister” Mariatou en drink echte koffie uit Nederland. Voor zolang het duurt, want 1 pak is niet echt veel voor vier maanden. Mijn ontbijt bestaat uit medicijnen en Brinta, aangelengd met melkpoeder en water. Ik waag me (nog) niet aan het water dat uit de put komt. Ze zeven het weliswaar door een doek, maar ik neem nog even het zekere voor het onzekere: zakjes drinkwater “naan”. Met veertig tegelijk in Brikama aangeschaft toen ik van het vliegveld kwam.
Op de compound naast me is het een gebler en geschreeuw van jewelste. Ik besluit ongegeneerd een kijkje te gaan nemen. Zou je in Holland niet moeten proberen.. Hier is het geen probleem, hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Al helemaal niet als je de heer des huizes tussen de kijvende wijven uit roept. “Hey Badara! How are you??” Het gebler gaat naadloos over in gelach. “How is Holland? How is the family? How are your parents? Your brothers and sisters?” Ik ga allang niet meer uit de doeken doen hoe klein mijn familie is. Dat verbaast ze hooguit. Maar één broer? Geen moeder? Oh dood… God hebbe haar ziel.. Alhamdulilah.. (of zoiets..)
Mariatou is naar school met de kleine Malang – baby Kalis – op haar rug. Hoe zit het met de buggy? Die is te vies en moet eerst gewassen. Alles moet hier gewassen, het liefst elke dag. Dat wordt nog een probleem met de buggy want je bent al een half uur bezig om het textiel van het frame af te krijgen. En zelf kunnen ze dat niet. Ruimtelijk inzicht is ze helaas niet gegeven en dus zouden ze het ding nooit meer in mekaar krijgen. Misschien moet ik maar een los dekje gaan maken wat ze uit kunnen wassen.
“Kom je straks naar school?” vraagt Matou me met een verwachtingsvol gezicht. Ze wil graag Malang even kwijt onder schooltijd. En ik ben Mamamusoo – grootmoeder.. Ik zal dus regelmatig voor haar in moeten springen. Gisteren was ik even op school. Iedereen begroeten en knuffelen. Ontzettend lieve collega’s die hopen dat ik weer op school kom werken. Heb ze support beloofd en gezegd dat ik niet echt kom werken, maar af en toe langs kom. Alles is goed, en alle support is welkom. De kleine Malang had ik in een emmer gezet om af te koelen. Wat een feest! Het mag dan een zwart jongetje zijn, ook die kunnen last van de warmte hebben. Hij plast en spettert in het water. Zitten en dan weer staan, zich stevig vasthoudend aan de brede rand van de emmer. Onvermoeibaar is hij bezig. Om hem heen staan de kinderen in hun smoezelige uniformpjes het tafereel gade te slaan. Voor de lol in bad, dat kennen ze echt niet hier. Als de pauze om is en de kids weer terug in de klas zijn loop ik nog even bij juf Awa binnen. Het bord is vol getekend met cijfers en voor mij onduidelijke tekens. “Measurement” , verklaart Awa “a pow-pow is bigger then a tomato.. they have to mesure it” Ik probeer te raden hoe oud de kids zijn. Niet ouder dan zes, zoveel is me wel duidelijk. En dan al rekenen? Hier wel ja. Ze moeten klaar gestoomd worden voor de primary school, waar ze met zeven jaar naartoe gaan.
Mijn taak hier, de opdracht aan mezelf, tijd om er een begin mee te maken. Dus wordt er een auto met chauffeur gehuurd om de hele dag van hot naar her te rijden. Op ons gemak, want het is wel heet en ik ben nog allerminst geacclimatiseerd. De chauffeur blijkt een ander dan ik heb gedacht. Hij blijkt niet op de hoogte van mijn plannen en denkt met een tweetal uurtjes wel klaar te zijn. Mooi niet, en het is niet mijn probleem. Ik betaal goed en wil dan ook mijn eigen tempo aanhouden. Zuur neemt de man weer plaats achter het stuur. Op naar de eerste stop: Victor in Lamin Village. Niks even een pakje afgeven op het kruispunt. Maar een kort bezoekje aan zijn familie. Dat betekent met de Mercedes het dorp in, waar de wegen vernield zijn gedurende het regenseizoen. We stuiteren bijkans de geopende zijraampjes uit door de enorme kuilen in de weg. Soms lijkt het wel of er een aardbeving plaatsgevonden heeft. Het bezoekje houden we kort, want ik heb nog veel te doen. Mary – Victors vrouw - en baby Ben moeten nog even op de foto en dan gaan we er weer vandoor.,
Op weg naar Talinding, waar het ateliertje is van Mariel Beemster. Zij heeft een paar jaar geleden een prijs gewonnen met haar projekt Gambianen aan werk te helpen. Met het geld zijn industrie naaimachines etc. gekocht . Zij probeert opdrachten voor kinderkleding binnen te halen die vervolgens in Gambia geproduceerd kunnen worden. Op dit moment ligt de produktie stil en de taylor die het atelier beheert kan ik helaas niet bereiken. Tegen beter weten in begeven we ons naar Talinding. Misschien komen we op de markt toevallig iemand tegen die van Kenza Fashion gehoord heeft. Niet dus. Een speld in een hooiberg. Ik bel nog even met Mariel in Nederland. Ze verzekert me dat ik het echt niet kan vinden zonder de hulp van Ndye, de naaister. No problem, nog genoeg te doen vandaag. Talinding sla ik op in de denkbeeldige kaart in mijn hoofd.
De volgende stap is de school van Mama en kontakt leggen met de oprichters ervan, twee oudere Duitse dames die een opvolger zoeken. Niet dat ik dat ben, maar het lijkt me wel leuk om af en toe te helpen op het skillcentre. Een beetje naailes, misschien wat Engels..
Als we aankomen is er één juf aanwezig en twee leerlingen. Mama duikt enthousiast achter een van de naaimachines en begint te stikken. “Just for fun!” roept ze en lachend roetsjt ze de stof onder het voetje door. Naar het schijnt is het wachten op nieuwe aanmeldingen. Twee oud-leerlingen kunnen de school nog niet missen en vliegen Mama om de hals. Zouden ze werk gevonden hebben na hun examen afgelopen juli? Lijkt me stug, niemand heeft werk.
Met de juf loop ik even naar een van de oude dames die om de hoek woont. Lopen is teveel gezegd, het is meer sjokken en door het hete zand ploegen. Mijn hart pompt als een razende en meer dan echt vooruitkomen kan ik het niet noemen. Degene die over de school gaat blijkt voor twee maanden in Duitsland te zitten. Dat schiet dus niet echt op. De wel aanwezige dame verklaart dat ze artiest is, fotograaf verduidelijkt ze me en wijst op haar eenvoudige Afrikaanse woning. Of ik even binnen wil kijken. Snel dan, denk ik, want ik heb nog meer te doen. Pas als ze me het gastenverblijf in de tuin aanwijst kan ik wat gemeend enthousiasme opbrengen. Wie weet hoe me dat nog van pas kan komen als ik op de school ga helpen..
Nu de school van Mama geregeld is - ze zal de volgende dag voor het eerst weer naar school gaan – is het zaak het nieuwe gastgezin te bezoeken dat Mama per telefoon voor mekaar heeft gekregen. Aisha, de gastmoeder is een nicht van de moeder van de kok van Boboi, die weer een neef is van wijlen Jammah, die de tante is/was van Mama. Probeer het niet te volgen want dat doe ik ook niet. Voor Mama is het belangrijk dat het (bloed) familie is. Daarmee is ze te gast en hoeft er niet langer 500 dalasis per maand opgehoest te worden. Stiekum hoopt Mama volgens mij die 500 op te kunnen strijken maar ik hou het bij haar week- en maandgeld. Teleurstellend voor haar, dat begrijp ik.
Aisha is een ontwikkelde vrouw die met een Belg getrouwd is en een inmiddels achtjarige tweeling van hem heeft. Ze vertelt dat ze manager van een hotel is en geeft me een promo-dvd , voor als ik meer wil weten. In huis wordt alleen Engels gesproken. Mama is meer dan welkom, maar bezoek van vrienden is er niet bij. Eentje is ok, maar al dat heen en weer geloop van onbekenden heeft ze -terecht- geen zin in. Mama luistert met neergeslagen blik. Zou ze het wel zien zitten hier? Ja hoor, knikt ze enthousiast. Ze gaat slapen op de kamer van de 24 jarige dochter. Een schuchter kind dat je nog een 14 zou geven. Ze is epileptisch en haar hersenen zijn aangetast. Ik leg Mama later nog eens extra uit dat het hier niet om een normaal meisje gaat. Mama is vastbesloten dat niet als een probleem te zien. Ze geniet zichtbaar van het feit dat er elektriciteit is, televisie kijken en strijken met haar nieuwe strijkbout…yeah!
Ze zal met de fivefive naar school gaan, een taxi die je voor 5 dalasis deelt met vier anderen.
Het is al over tweeen als we naar haar oude gastgezin gaan om te bedanken en afscheid te nemen. Nog even volhouden, met als beloning lunch aan het strand. En de taxichauffeur mag mee.
Afgepeigerd zit ik om drie uur ’s middags met Djanko, Mama en de chauffeur aan de cola. Ik kijk uit over de zee en bedenk me dat ik het niet erg vind de komende tijd even niets te doen. Ik weet namelijk zeker dat daar in de praktijk weinig tot niets van terecht zal komen...Dus geniet ik van elk moment dat het wel lukt. Waarom schiet me nou opeens het woord arbeidsethos te binnen..?
-
08 Oktober 2010 - 21:38
Rob Seg:
Nou Tien dat is dan toch prachtig geregeld wat mama betreft. Is het nu arbeidsethos of arbeidsloos :-)Nouja je hebt in iedergeval mooi weer en een rustige start kan nooit geen kwaad.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley