59 woensdag 4 januari 2011 - Reisverslag uit Banjul, Gambia van Tineke Kalis - WaarBenJij.nu 59 woensdag 4 januari 2011 - Reisverslag uit Banjul, Gambia van Tineke Kalis - WaarBenJij.nu

59 woensdag 4 januari 2011

Door: Tien

Blijf op de hoogte en volg Tineke

12 Januari 2011 | Gambia, Banjul

woensdag 4 januari 2011, Banjul

Zeven uur in de ochtend. Het is nog niet helemaal licht. En het is nog koel.
Ik haal Mariatou en Malang op in Kartong om naar het ziekenhuis in Banjul te gaan. Voor ik het weet zit er een Gambiaanse buurvrouw naast me op de bijrijdersstoel. “She has to go to Serrekunda.” Deelt Mariatou me mede. Dat wordt dus niet overlegd. Als ze maar niet denken dat ze de hele weg van voor naar achter en vice versa Mandinka kunnen kletsen met elkaar. Ik wil rust in de auto om me te concentreren. Vooral ’s ochtends vroeg is het erg druk op de weg. Overstekende kinderen, keihard fietsende kooplui met brede gammele manden achterop, vrouwen met torenhoge emmers op het hoofd, op weg naar de gardens. Je moet ogen van voor en van achteren hebben. En van opzij.
Als we Banjul naderen – ik heb daar nog niet eerder gereden – is het raak. Een in lichtgevend geel gestoken agent in de middenberm wenkt me woedend dat ik aan de kant moet. Komt de president er soms aan? Of zijn lieftallige dochter? Als de man eindelijk aan mijn raampje verschijnt – ik wachtte geduldig tot ik iets zag verschijnen in de zijspiegel – woedend en autoritair, ben ik me nog steeds van geen kwaad bewust. “You overtake!” . Nou daar kan ik me helemaal niets van herinneren anders..en.. so what?! Of ik het bord dan niet heb gezien, dat je niet in mag halen en niet harder dan 50 km per uur mag rijden. “No, I have not seen” zeg ik braafjes.
“Papers!!” sommeert hij. Ow jee, daar gaan we, de verzekering is verlopen. “I forgot sir, they are at home.” De agent loert door de auto, maar lijkt er niet veel wijzer van te worden. Dan ziet hij het zonneklepje met daarin de autopapieren.
“Those are not good sir. They are expiered..” Dat is koren op ’s mans molen. “You have to pay 2000 dalasis madam. Now now now. Or I take your car.” Ik kan geen kant op want de man heeft mijn rijbewijs in zijn handen en lijkt niet van zins dat terug te geven. Het wordt een langdurig gezever, gebel naar de auto eigenaar. En of ik nou vertel dat we op weg zijn naar het ziekenhuis en dat we de auto echt niet kunnen missen en dat ik ook het geld niet heb... niets helpt. Betalen bij het politiebureau verderop. Dan terugrijden om mijn rijbewijs op te halen.
“Nobody gets my driving licence!” zeg ik opeens woedend en de tranen stromen van machteloosheid over mijn wangen. Ik ben niet van plan me verder nog fatsoenlijk te gedragen. Ik stampvoet dat ik goddomme me voor alles en iedereen uitsloof en dat dat me nog handen vol geld op de koop toe kost. Verschrikt kijkt de man naar Mariatou, die geheel overbodig weet te melden: “she is crying.”
De man kan het niet aanzien. “Go to your car! It will become allright.” Hij is duidelijk niet voorbereid op deze nieuwe strategie. Ik zie Mariatou in de verte wild met haar armen zwaaien terwijl ze discussieert en argumenteert. Met effect. Ik moet 400 dalasis dokken. Klootzak, hij durft zijn gezicht niet meer te laten zien en laat Mariatou het opknappen.

En de president op elk affiche maar roepen dat corruptie aangepakt dient te worden.
Het wordt nooit wat hier.


vervolg

Het wordt een lange en gevarieerde dag. Het afleveren van Mariatou bij het hospitaal doet me bijkans kokhalzen. Was ik voorheen redelijk nieuwsgierig naar ziekenhuizen en hospitaals, nu kan de aanblik van rijen vieze kreupele mensen me gestolen worden. Of het nou gaat om een arm of been in het gips of dat men anderszins niet meer op de benen kan staan, iedereen schijnt in dezelfde rij te moeten staan – of hangen – en door dezelfde deur naar binnen te moeten gaan. Een barak, meer is deze afdeling niet. Een dokter voor alle soorten ziektes en kwalen? Het stinkt er naar urine.
Zo snel mogelijk smeer ik hem met Malang in de buggy, die ik speciaal voor deze gelegenheid mee genomen heb. Ik wil de verzekeringspapieren in orde maken. Wil geen gemieter op de terugweg.
We trommelen Solo op, Mariatou's broer die naast het ziekenhuis werkt. Hollend ren ik achter hem aan als hij me de weg wijst naar het verzekeringsgebouw. Na een half uur is alles in orde en word ik geacht weer achter hem aan terug te hollen. Hij kon maar even van zijn wer weg. “You can go, thank you. I know the way now..” Solo heeft aan een half woord genoeg en beent met flinke passen de straat uit.
Rust. Even tijd voor een stukje brood en een banaan. Genoeglijk eten Malang en ik ons ontbijtje bij het stalletje op straat. Het leukste gedeelte van de dag moet dan nog komen: met Malang naar de zee!
Maar eerst gaan we terug naar het hospitaal om te kijken hoe ver zijn moeder is. Die zit gelaten voor zich uit te kijken. “More people want to see the doctor..”
Malang en ik doen een dutje. Hij als een prinsje achterover liggend in de buggy, ik met mijn hoofd op het “ stuur”. Nog steeds niet aan de beurt. Om half tien een afspraak. Nu is het twee uur. “Africa” zegt Mariatou en lacht.

Het strand schijnt achter het hospitaal te zijn. Ik trek de buggy achter me aan over de kuilen en hobbels. De weg wordt mul zand. En opeens staan we midden op het hete verlaten strand. Zou Malang de zee leuk vinden? Ik kleed hem uit en stap met hem - wankel – aan het handje naar waar hij wil. Hij loopt meteen naar het glinsterende water. De golven rollen af en aan. Omspoelen zijn bruine voetjes, zijn bruine beentjes, spetteren tegen zijn buik. Stralend kijkt hij naar me op. Zijn stijve beentjes – nog maar nauwelijks gewend aan zelfstandig staan – staan op het laatst wijd gespreid in het water. Ik til ze een voor een op en zet ze terug. Hij heeft daar nog geen benul van. We genieten. Ik van hem en hij van de zee. Het zand plakt aan zijn stevige glanzende billetjes. Verbaasd plast hij in het water. En kirt en kakelt: “ pppkkkttt! Pkkke pkkkke pkkkkj”

Als we teruggaan komen we Mariatou tegen in de straat. Over het onderzoek nauwelijks een woord. Wel laat ze me de medicijnen zien: “hundred dalasis! Now I am hungry”. Ze moest nuchter zijn voor het onderzoek. Ik bied aan om in het hotel van haar broer te gaan lunchen. “Too expensive” roept ze verbolgen uit. Doen we toch gewoon of het Kerst is?! En dus smikkelen we even later van, ik pasta en zij kip met frites. En Malang zit ondertussen in het zand onder het raam. Hij speelt tevreden met zijn teentjes.

  • 13 Januari 2011 - 10:12

    Marjet:

    Alweer een schitterende aflevering! Genieten. Ik geniet nog even met je mee en ik zal je verslagen echt missen!!
    Kan ik jou misschien af en toe in t echie zien tegen de afkickverschijnselen ;-)

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Tineke

..altijd onderweg..

Actief sinds 11 Okt. 2009
Verslag gelezen: 522
Totaal aantal bezoekers 355064

Voorgaande reizen:

04 Januari 2012 - 08 April 2013

Gambia winter 2013

23 Juli 2012 - 23 Augustus 2012

reis door schrijversland

14 November 2011 - 18 Februari 2012

Winter 2011/2012 Gambia

08 Juli 2011 - 29 Juli 2011

juli 2011 Naar de regen in Gambia

01 Oktober 2010 - 28 Januari 2011

2010/2011 Op herhaling in Gambia

02 Juli 2010 - 01 Augustus 2010

july 2010 The Gambia

30 Oktober 2009 - 09 April 2010

2009/2010 Juf in Gambia

Landen bezocht: