woensdag 28 juli 2010
Door: Tien
Blijf op de hoogte en volg Tineke
28 Juli 2010 | Gambia, Farafenni
Ons een ticket verkopen ging razendsnel. "Barra! Barra! 75 dalasis! Barra! Barra!" Deste langzamer was het werkelijke vertrek, want altijd moet je wachten tot het busje vol is.
In het busje zitten wat vrouwen en kinderen te dommelen achter een raampje. De rest van de passagiers heeft een stukje bagage ter reservering achtergelaten en hangt buiten rond. De snelgebekte kaartjesverkoper biedt ons direct de populairste zitplaats aan: naast de chauffeur op de voorbank. Dat is wel heel aanlokkelijk. We besluiten voor deze GillyGilly te gaan en niet verder te zoeken. Voordeel: ruim uitzicht, nadeel: je krijgt de eerste klappen bij een botsing.
Op de voorbank ligt een klein zwart nijlon rugzakje. Ik zie het wel, maar ik zal pas bij vertrek doorhebben dat we iemands plek ingepikt hebben. Nadat de eigenaar zijn recht gehaald heeft - "u heeft gelijk maar wij wisten dit niet" - neemt hij achter ons plaats. Ik bedank hem en bied mijn verontschuldigingen nogmaals aan. Niet nodig. Hij heeft zich breeduit geinstalleerd en kijkt ogenschijnlijk tevreden naar buiten.
Onder de mangoboom wordt flink handel gedreven. Twee vrouwen verkopen stokbroden. Ze liggen hoog opgetast op een plank. Ernaast zit een - naar later blijkt - doofstom meisje dat de eieren voor haar rekening genomen heeft. Een meisje van een jaar of vijftien doet in zelfgevulde zakjes water. Ze houdt ze aan het samen gebonden uiteinde omhoog als er mensen langs komen. Deze versie kende ik nog niet. Wij kopen wel altijd zakjes water, maar die zijn in de fabriek gemaakt en dus rondom dicht. "Naan", door de regering aanbevolen als het veilige water voor iedereen. Dit is waarschijnlijk gewoon pompwater. Of uit de plaatselijke well.
De reis gaat naar Barra vandaag,de Noordelijke route. Een enorm verschil met de Zuidelijke. Was de route van de heenweg voornamelijk rode aangestampte cq gewalsde aarde, deze weg is geasfalteerd. Een cadeautje van Taiwan aan Gambia. Wat heeft een land er voor baat bij om een ander land een weg cadeau te doen? Of zijn de regeerders vriendjes van elkaar?
Het landschap is groen en fris. Soms waan ik me even in Nederland, als er even geen Afrikaanse rieten hutjes te zien zijn. Overigens echt van die hutjes die een kind tekent als je het over Afrika hebt: rond met een rieten puntdakje. Ze staan met soms wel zes stuks rond een erf en naar het schijnt worden er geiten in gehouden.
Tegen half drie komen we in Barra aan. Het is heet en we zijn moe en hebben honger. In de hal van de boot zit iedereen braaf te wachten tot we de boot op kunnen. Om drie uur is het zover. Van orde is geen sprake meer. " Fast! Fast!" roept Djanko en grijpt mijn tassen om vooruit te rennen. Waarom opeens zo snel? We hebben toch een kaartje? Het is dringen en vechten om op de boot te komen. Tussen de auto's is zo weinig plek voor de lopende passagiers dat we over de bumpers naar binnen moeten klimmen. Ik probeer Djanko niet uit het oog te verliezen en klauter hem met mijn stijve lijf achterna. Eenmaal boven kijken we uit over de zee. Aan de overkant ligt Banjul. Het lijkt slechts een klein eindje. Niets is minder waar. Vijf kwartier lang zit ik in de zwarte rook van de motoren die volop draaien. Een handdoek voor mijn mond.
Tegen vijven leggen we aan. Heel taxirijdend Banjul stort zich over ons heen. We kunnen bijna geen stap verzetten. Met vaste tred loop ik van de haven weg in de hoop dat Djanko mij volgt. Om de hoek lijkt het iets rustiger en laten we ons alsnog overhalen om per Taxi naar Westfield te gaan. Daar is de bank en kan ik voor het laatst geld opnemen. Eindelijk kunnen we onze honger stillen. Op een terras waar wij de enige gasten zijn en dat bevolkt is door vliegen, eten we fish and chips. Koude cola voor de dorst.
En dan op huis aan. Ons vakantietje is ten einde. Djanko moet naar Kartong naar zijn familie en ik naar de mijne in Gunjur. We nestelen ons knusjes achterin een taxi en laten het Afrikaanse spitsuur aan ons voorbijtrekken.
Als we thuiskomen is de warme oranje zon net onder. Overmorgen weg. Ik wil er niet aandenken
" Ndoling wo ndoling
ndoling saakaa tete..." zing ik zachtjes. Een kinderliedje dat Djanko me geleerd heeft.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley