38 Dinsdag 29 november 2010, Gunjur
Door: Tien
Blijf op de hoogte en volg Tineke
01 December 2010 | Gambia, Gunjur
Waar moet ik beginnen. Ik ben al niet zo goed in het onderscheiden van hoofd- en bijzaken, maar verslag doen van afgelopen week is helemaal een opgave.
De grote lijn. Na drie dagen koorts vind ik het welletjes en besluit dat de amoxilline zijn werk doet. Ik ben weliswaar voor het eerst koortsvrij, maar dat zegt natuurlijk niks. Met Tineke1 en Happy ga ik naar de markt. Inkopen doen met de auto. Voor het eerst. Dat is kicken. Niet langer op gewicht en hoeveelheid letten, en al helemaal niet op de tijd. Uren dwalen we van kraam naar kraam op zoek naar groenten. Uiteindelijk ontdekken we aardappelen, wortelen en zowaar een klein bosje vers geplukte sla. Dit wordt genieten.
Op de compound draai ik een grote bak overheerlijke sla in mekaar. Happy denkt er niet over ook maar een hap ervan te nemen. Dus eten wij met zijn tweetjes de hele bak leeg. Fout. De volgende dag lig ik in een kramp van de buikpijn. Oei! absoluut foute boel. Ik herken het meteen. Mijn darmen hebben zich in een knoop gedraaid. Stom van me om na weken cup-a-soup en Brinta – met af en toe wat rijst tussendoor – nu opeens mijn darmen een halve bak rauwkost te verteren te geven. Stom! Stom! Stom! Dit moet zo snel mogelijk opgelost want anders is een afsluiting het gevolg. Valium om te ontspannen? Een injectie Diclofenac? Alsof ik die mezelf kan geven… En dan kom ik op het idee te kijken of ik zo slim geweest ben om zetpillen diclofenac mee te nemen. Krom van de pijn sluip ik naar de kist waarin de medicijnen opgeborgen zijn. Yes! Ik heb ze gelukkig.
En dan is het afwachten of het hetzelfde werkt als de injectie in Nederland. ‘s Middags lijkt mijn lijf te begrijpen dat er iets anders dient te gebeuren. Ik ontplof opeens van de diarrhee. Ok, van een eventuele afsluiting is nu geen sprake meer. Nu de napijn alleen nog. Twee dagen lang echoot elke stap in mijn buik. Ik durf haast niks te eten, doe maar weer een soepje.
Of het er mee te maken heeft of niet, ik zal het nooit weten. Maar feit is dat mijn vriendin in Nederland op de dag van de ernstige buikpijn aan haar buik geopereerd werd. Ik was er erg mee bezig als “ervaringsdeskundige”. Nu maar hopen dat ik daarmee een beetje van haar pijn over genomen heb.
Van naar school gaan is geen sprake deze week, dus dat schiet lekker op. Op de Upperbasicschool zitten ze te wachten op mij en de naaimachines (op het laatste mijns inziens vooral..) en Mama zit op het Skillcenter te wachten tot ik haar tassen eindelijk eens af kom maken, want nog te moeilijk voor haar.
Het is niet anders. Donderdag ’s avonds ga ik naar de Fundraising Evening op de Preschool. Ze hebben Kora-speler Jaliba met band uitgenodigd en hopen door entree te heffen geld bij elkaar te krijgen als extraatje voor school. Ik ben als speciale gast uitgenodigd per brief. Met daarin ook het vriendelijke verzoek flink bij te dragen. Ondanks mijn zere buik hijs ik me in mijn Afrikaanse kloffie. Ik had buurmeisje Jainaba beloofd dat ze mee mocht en wil haar niet teleurstellen. Tijdens het concert ben ik vooral oppas oma van de kleine Malang. Om 2 uur ´s nachts hou ik het voor gezien en sleur Jainaba aan mijn hand mee naar buiten. Gierend van de lach struikelen we in het donker naar huis. Stevig hand in hand. Want zij is slechts zestien en in voor keten met de jongens die buiten de school mee hebben staan luisteren. Ze dansen en springen. Ik kan haar maar met moeite langs de boys loodsen.
Ondertussen: ik zit in het bijna-donker in de auto die op het erf geparkeerd staat. Zo heb ik me verzekerd van enige privacy om dit te tikken. De laptop leunt op een spons die ik tussen het stuur gestopt heb. Aan het dichtgedraaide raam – anti mug – verschijnen drie meisjes. Met een baal wasgoed en de baby op de rug. De vraag die iedereen als eerste stelt ”waar is….? En waar is…. En waar is die dan?” Alsof ik dat weet! Laat me toch tikken! Ondertussen hou ik ze in de gaten. Ik ken ze niet en voorzie dat ze zomaar het huis in zullen gaan. Alles ligt voor het grijpen. Ik gooi de autodeur open en zeg dat iedereen weg is. Klaar uit en wegwezen! Als ze weg zijn zie ik dat ze mijn opgespaarde sinaasappel gejat hebben. Rot meiden! Ik wist het! Zucht.
Djanko heeft zijn eerste week bij Boboi er bijna op zitten. Het is de vrijdagavond voor zijn vrije zaterdag. Als hij zin heeft om te komen, haal ik hem met de auto op, suggereer ik. Maar als ik hem eindelijk per telefoon te pakken heeft zegt hij dat hij twee minuten van zijn huis af is in Kartong. Ook goed, graag of niet. Een avond alleen lijkt me heerlijk. Mariatou is naar haar "man" en schoonfamilie in Kartong vertrokken en de kids zijn mee. “I come tomorrow morning early okay? Promis!” zegt Djanko. Rust, het is goed.
“Kong-kong!” klinkt het aan de deur. Sponsordochter Mama staat achter het gordijn en bootst een bel na. Daar gaat mijn rust. Ze vertelt me dat ze het weekend gaat blijven bij mij. Waat!? Ik had toch gezegd dat dat niet kon? Dat ik de zaterdag met mijn vriendje door hoop te brengen? Sip vertelt ze dat ze ook wel weg kan gaan. Natuurlijk niet, ik stuur mijn dochter niet de deur uit voor een vriendje. De rust doet ook haar goed. We zitten wat en turen in de enige kaars op het tafeltje. Langzaam komt ze los en begint te vertellen. Over het huishouden dat ze voert als een volleerde moeder. Dat haar vriendin nu ook bij haar gastgezin in huis komt wonen. En nog een meisje uit Dakar. Ik vraag me af of ze wel zoveel bedden hebben. “No mama, you don’t understand. We all sleep on the carpet!” Het ongeloof op mijn gezicht doet haar in lachen uitbarsten. Ze vertelt dat ze een laken uitspreiden op het wollen kleed en dat ze dan gezellig voor de tv in slaap vallen. Geen matras dan? Nee, niks.. “good for the body!” En daarmee is het onderwerp gesloten.
Ik kom elke keer een stukje verder in mijn beeld van haar verleden. In stukjes en beetjes komt haar verhaal eruit. Haar verhaal verdient geen schoonheidsprijs. Het is eigenlijk een dood en doodzielig verhaal. En een wonder dat ze op ons pad kwam toen we in 2007 voor het eerst in Gambia kwamen. Toen nog mijn vriend Rob en ik. We besloten haar school te sponsoren, maar wisten nog niet voor een duizendste wat er in haar schuil ging. Nu is ze een meisje van 18. Vroeg wijs voor haar leeftijd. Soms praat ze als een jonge vrouw. Ik ben trots op haar en zeg dat ook. Dan knuffel ik haar en is ze weer even een klein meisje. Het kan raar lopen. Nooit kinderen gewild en nu een grote lieve dochter.
De volgende ochtend geen Djanko. Het is de rijst. Die moet van het veld. En iedereen moet helpen van de familie. “My mom need me..” Om twaalf uur ’s middags zou hij zeker klaar zijn. Niet te geloven.. Misschien kunnen Mama en ik ondertussen een lesje “spellen en lezen” doen. Dat staat allang op mijn programma. En zo doen we. Woordjes met drie letters is al lastig genoeg. Moeilijk zelfs. Ze heeft het altijd verdoezeld dat ze niet lezen en schrijven kan. Nu is het niet langer een geheim en proberen we er af en toe wat aan te doen. Naarmate de tijd verstrijkt- het is inmiddels over twaalven en wij zijn klaar - krijg ik meer de pest in. Als hij uiteindelijk dik over enen belt om te zeggen dat hij eraan komt, ben ik al bijna niet meer te genieten. “Now I am busy” bijt ik hem toe en hang op. Uren later bel ik hem toch maar even. Ik had gezegd dat ik bezig was, maar nu is hij doodgemoedereerd aan het lunchen met zijn familie.. Woest ben ik niet van plan hem met de auto op te gaan halen. Wat heet… je hoeft helemaal niet meer te komen. Alle frustratie komt er in een klap uit. Hij trotseert het openbaar vervoer en verschijnt tegen vijven bij mij. Weg vrije zaterdag met hem. Zeven dagen elkaar niet gezien.. wat is dit!? Ik weet zeker dat hij het niet meer gaat redden met mij. Hou maar op en schei maar uit. Ik zie hier geen lol meer in. Sorry. Jij en je familie… ik lijk wel jaloers.. Twee culturen op een kussen, daar slaapt de duivel tussen.. Mijn vrije vertaling van een oud gezegde.
Natuurlijk kan stotterende Djanko niet tegen mijn spraakwaterval op. Murw gebeukt door mijn woorden gooit hij de handdoek in de ring. Oftewel, hij gooit zijn muts af en verbergt zijn gezicht in zijn handen. Shit! Ik zie wat ik aangericht heb, verdorie. Desondanks probeer ik de zachtheid die in me naar boven voel komen nog even onzichtbaar te houden. Hij begint te vertellen over zijn werk. Hoe anders het is dan hij gedacht en gehoopt had. Een derde minder salaris – 25 in plaats van 35 euro per maand. Voor zes dagen per week, dertien uur per dag. Mijn woede keert zich niet langer tegen hem, maar tegen zijn fucking boss Buba. Die hem alleen nog maar in de keuken laat werken en de visinkoop op het strand door zijn broer laat doen. Ook geen fiets meer en dus elke dag lopend van en naar huis. Ook geen ontbijt meer inkopen ’s ochtends. Hij voelt zich gedegradeerd, teleurgesteld. “They are punishing you because you are with me” zeg ik, denkend aan mijn overhaaste vertrek in maart van dit jaar uit Boboi. De tent diende binnen 4 dagen weg te zijn. En ik ook. Omdat ik met Djanko ging. Jaloezie. Ik besloot ter plekke dat ik diezelfde avond nog weg zou gaan. Om nooit meer terug te komen. Hoeveel last ik er ook van heb daar niet meer naar het strand te kunnen, van de zee te genieten, ik hou vol. Principes zijn principes.
“I want to see the sea. Lets go!” en geef hem een kus. Tegen zonsondergang rijden we naar het strand in Gunjur Beach. Ik wil naar het hotel, ben er nog nooit geweest. Er misschien wat normaal eten. Zittend aan het strand bij een kaarsje en een biertje en een cola realiseer ik me dat alles me teveel geworden is. Thuis woon ik alleen. Hier heb ik altijd en eeuwig krijsende kinderen en of moeders om me heen. Als ik maar vaak genoeg weg ben wordt dat wel gecompenseerd. Maar verplicht thuis door ziekzijn was klaarblijkelijk teveel. Niemand kon nog goed bij me doen.
De zee ruist. De golven rollen af en aan in het donker. De maan is nog “out”. Zo noemen ze dat als hij er nog niet is. Dezer dagen verschijnt hij pas tegen middernacht. Voor het slapen trotseer ik nog een laatste huilbui en dat moet het dan maar wezen voor voorlopig. Djanko laat zowaar mijn huilen toe en troost me liefdevol. Dat dan weer wel..
-
02 December 2010 - 20:51
Trudeska:
fe = te asjemenuh -
02 December 2010 - 20:55
Trudeska :
Hoi tien.Hier wat aardstralen om je weer te laten stralen zodat je niet meer hoeft te raliebalen.Zet hem op!Liefs,Trudi -
02 December 2010 - 21:02
Trudeska:
Raar maar waar fe=te moet je maar vergeten moet je weten .Dat hoorde achter een eerder bericht van mij en daar zat een fout in.Computers zijn rare dingen.Maar er zijn wel meer rare dingen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley