43 zondag 5 december 2010
Door: Tien
Blijf op de hoogte en volg Tineke
09 December 2010 | Gambia, Banjul
Ik moet veel meer doen alsof ik vakantie heb. Nadat ik Djanko om acht uur in de vroege ochtend naar zijn werk in Boboi gebracht heb, besluit ik in het dorp het “weggetje” naar het strand op te zoeken. Het voelt ongepast om met de jeep tussen de compounds door te hobbelen, maar na enige minuten zie ik dat de bebouwing ophoudt. Het open veld ligt voor me. Als ik het wagenspoor volg moet ik bij het strand komen. En zo gebeurt.
Het strand ligt er verlaten bij. Het is niet wat wij erbij voorstellen als je het hebt over “naar het strand gaan”. Het begint met zandduinen begroeid met slingerplanten. Je kunt er makkelijk de weg kwijt raken heb ik op de terugweg kunnen merken. De klim door het mulle zand wordt beloond met de aanblik van de wijd uitgestrekte zee. Het is hoog water en de golven slaan zichzelf stuk op het zand. Een grote glinsterende plas is de zee. Ik klauter naar beneden en ga in het zand zitten. Zucht, hier doe ik het voor. Het is nog vroeg en de zon komt nog maar net over de duintjes heen. Een aanvullend slaapje zou niet gek zijn. Maar ik zit nog geen vijf minuten of er komt een man met een hark aan. Aha, ik ben ontdekt. Ongetwijfeld gaat hij het strand voor me schoon harken. Ik maak een praatje met hem. Enthousiast vertelt hij dat dat goed is.. voor als er toeristen komen. “But it is also nice for the local people..” vult hij aan als hij mijn ongelovige gezicht ziet.. Hij heeft een “lodge” en was de eerste toeristenman in het dorp in 1994. Ik denk aan het ingestorte huis waarvoor ik de jeep geparkeerd heb, zijn lodge? ”Yes, I prepared one room, just in case ..” Hij wijst naar de schots en scheef staande palen die in een cirkel op het strand staan: de “bantaba”, waar je wat kon drinken destijds. Alles moet nog opgeknapt Dat gaat hij stukje bij beetje doen. “The rain has damaged it all..” zegt hij met een teleurgesteld gezicht, en harkt even zo vrolijk verder.
Hier komen hooguit toeristen langs op hun eventuele wandeling vanaf Boboi langs het strand. Het is ruwe natuur en allerminst een plek om in de zon te gaan liggen bakken. Kartong ligt in het uiterste zuiden van Gambia. Als je als toerist naar het strand wil doe je dat in het midden cq noordelijke gedeelte, waar de hotels zijn. Er is niets, dus zelfs even aan het strand zitten kun je vergeten in die bloedhitte.
Later ontdek ik toch nog een niet ingestort afdakje op palen. Ik verhuis er naar toe. Het is op een hoog duin geplaatst en dus heb ik prachtig uitzicht over de zee en het strand. In de verte lijkt een vissersbootje te willen landen. Ik zie de mannen staan in de boot. Ze springen met kleren en al in het lauwe water en proberen met man en macht de houten piroque in het lage water te krijgen. Schuin hangen de mannen even later aan het touw waaraan het loodzware net vastzit: zes schuine streepjes weerspiegeld in het water van de vloedlijn.
In de schaduw van het palmbladeren afdakje is het heerlijk. Dat betekent dat ik hier voorlopig kan blijven. Natuurlijk word ik ook hier “ontdekt”. Een jonge jongen begint zich naast mij uit te kleden om vervolgens naar de zee te gaan. Zwemmen is er niet bij, dat kunnen ze niet hier. Met kromme benen staat hij in het ondiepe water en loopt wat heen en weer. Het water kom niet verder dan zijn knieën. Ik ga de zee ook niet in. Te gevaarlijk zo in mijn eentje. Misschien later als het laag water is.
“You want a drink?” gebaart hij me. Voor ik het weet heb ik bedankt. Later reaiseer ik me dat hij misschien wel de zoon is van de man-met-de-hark . Had ik misschien toch iets moeten kopen..
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley