08 dinsdag 19 juli 2011, Kololi
Door: Tien
Blijf op de hoogte en volg Tineke
19 Juli 2011 | Gambia, Banjul
Eigenlijk vind ik dat ook zo interessant van het lokale leven hier. Je weet nooit hoe het zit. Wat de reden is dat ze iets doen of juist niet doen. Reden is misschien ook wel precies waar het om gaat: denken is iets voor Europeanen. Afrikanen doen gewoon. Alles concreet, geen gepieker. No problem.
Ik hou van die donkere wereld. Het is spannend, spookachtig. Het mag dan ook een verrassing heten als we onverhoopt een mij welbekend hel verlicht winkeltje binnen stappen. “Are we here?!” vraag ik verbaasd. “Welcome bosslady, long time” verwelkomt de shopeigenaar me. Het is het winkeltje waar we na schooltijd vaak even langs gingen om een softdrink te kopen. Tijd om het ter plekke op te drinken hadden de meiden – Mama en haar schoolvriendinnen – nooit. Flesjes meenemen naar huis mag niet en dus werd de inhoud over gegoten in een plastic zakje. Met ballonnen frisdrank aan hun mond repten ze zich naar huis om de “kontong” (lunch/rijst met..) klaar te maken.
Het zijn al die kleine dingen waarom ik het fijn vind om hier te zijn. Het welkom van iedereen, terwijl ik toch vijf maanden weg was. Ik realiseer me dat ik in Nederland elke dag , ieder uur aan Afrika denk. Er soms zelfs ben. In Afrika daarentegen denk ik vrijwel niet aan Europa. Het moet het hart zijn dat het verschil maakt, bedenk ik me. Tussen vier betonnen muren en een internetverbinding als venster op de wereld, is er geen hart, geen warmte. Wel luxe en alles binnen handbereik. Maar het hart is ver. Ik begrijp best dat ons klimaat dat met zich meebrengt. Hier gebeurt alles buiten, binnen slaap je alleen. En van Privacy heeft nog nooit iemand gehoord lijkt het wel. Hoewel, dat is niet helemaal waar. Niemand zal zomaar binnenlopen. Je roept “kong-kong” staand voor het opbollende gordijn in de deuropening. En je wacht. Je praat door het gordijn met degene binnen tot je expliciet uitgenodigd wordt verder te komen.
Precies om al die andere gewoontes zou ik hier geen Toubab-leven willen leiden. Ik zit hier nu sinds vrijdag in het appartement van Kaye. Elke dag worden de tegelvloeren gedweild door haar hulp. Elke dag het bad geschrobd. Uit de televisie schalt Rihanna en Beyonce. Je was hoef je maar op een hoopje te gooien.
We hebben het er vaak over gehad, Kaye en ik. Zij wil dat. Ik niet. Geef mij maar het leven op de compound waar de emmers water aan gesleept moeten worden om te badderen en waar de kinderen in een hoop zand met een takje of een verdwaalde mango spelen. En waar ze enthousiast op me toe rennen als ik naar buiten kom.
Zingend en dansend: “Luwele kaloo..eh!.. luwele kaloo!”
Ik moet nog even blijven hier, want morgen – woensdag – krijgt Mama haar schoolcertificaat. Daar moet ik natuurlijk bij zijn. Maar zodra het diploma uitgereikt is en de softdrink op gedronken, smeer ik hem naar Gunjur. Naar Mariatou en mijn mannetje. Naar de kinderen en de buurvrouwen. Ik ben veel te lang weg gebleven.
-
19 Juli 2011 - 17:36
Erik Haafkens:
Wat een schatje zeg!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley