41 dinsdag 29 december - Reisverslag uit Banjul, Gambia van Tineke Kalis - WaarBenJij.nu 41 dinsdag 29 december - Reisverslag uit Banjul, Gambia van Tineke Kalis - WaarBenJij.nu

41 dinsdag 29 december

Door: Tien

Blijf op de hoogte en volg Tineke

02 Januari 2010 | Gambia, Banjul

41 dinsdag 29 december 2009 - tent Boboi, Kartong

00:30 uur Elke nacht heb ik twee tot vier uur “pauze”. Ik begin het al gewoon te vinden. Met name als ik vroeg naar bed gegaan ben, dan is het tegen één uur wel gedaan met de slaap.
Ik schrijf wat. Lees wat. Peuter aan mijn pijnlijke voeten terwijl ik nadenk. Na een paar uur krijg ik honger. Meestal heb ik wel ergens een flesje “bananamilk” staan. Dat vultflink en ik slaap er goed op. Helaas, nu niet. Aan de waslijn in de tent bungelt een plastic zak met een oud stuk stokbrood. Ik overweeg het op te eten met een blikje sardines. Wel een heel gedoe bij het licht van een zaklantaarn. Toch maar doen want mijn maag knort hevig. Het brood is taai en droog. Opleuken met mayo dan maar? De pot staat echter buiten op tafel. Met de slang in gedachten ga ik liever niet naar buiten in het donker. De maag wint. Ik rits de tent voor de helft open en gris de pot van tafel. Hebbes! Gauw alles weer dicht, even controleren of er niets meegekomen is. Niks. Nada.
In bed leeg ik het blikje op de twee gebrokkelde stokbroodhelften. Beetje mayo erover. Gekriebel op mijn arm. Op mijn hand. Meer gekriebel. Dom! Dom! Dom! De tafel buiten is vergeven van de mieren en ik heb ze gezellig mee naar binnen genomen. Hoe het zit met mieren, of ze neusjes hebben en goed kunnen ruiken, ik weet het niet. Wel weet ik dat ze razendsnel de afstand naar mijn broodje af kunnen leggen en dat ze eerder zullen zijn dan ik als ik niet heel snel ben. Met de schijnwerper controleer ik elke hap. Me onderwijl bedenkend wat ik met het halflege blikje zal doen. Ik eet zo haastig dat het een zooitje is op de plastic zak. Een waar feest gaat dit worden. Ik zal nog een keer naar buiten moeten.
Deze keer moet ik zelfs naar de boom lopen om de troep in het vuilniszakje te doen. Geen keus. De mayopot meteen maar afgespoeld en in water gezet als een eilandje.
Eenmaal weer in bed veeg ik simpelweg de laatste mieren van het onderlaken. Die hebben hier niets meer te zoeken. Morgen “bananamilk kopen” denk ik nog voor ik onder het gedender van de eerste zandauto's in slaap val.

Wat ik schreef vannacht:
Mama en ik zitten voor de tent. De sfeer is afstandelijk. Gisteravond liep ze zonder me ook maar op te merken het barretje van Boboi binnen. En verliet het even later zonder ook maar te groeten. Ik was weliswaar iets aan het tikken, maar vond het toch niet leuk. Ik wil het er wel even over hebben. En eigenlijk wil ik wel over meer dingen met haar praten. Over het eenrichtingsverkeer dat me steeds meer begint op te breken. Over de niet aflatende hebberigheid en mijn gevecht daartegen. Echt niet alleen van haar, want het is de Afrikanen eigen.
Ik val met de deur in huis. Begin met te vertellen dat ik het prettig zou vinden als ze eerlijk zegt wanneer ze iets niet mooi vind wat ze van me krijgt. Ik stuur nogal eens wat op via de container. Nu zie ik haar vriendin rondlopen op mijn chique laarsjes. Bovendien heeft ze het tasje dat ik voor Mama gekocht heb om haar telefoon in te doen, om haar hals. Gekregen? Geleend? Of domweg geconfisqueerd? Ik hou hier niet van en ga dat haar uitleggen.
Het heeft wat mij betreft te maken met “caring for things” ..voor dingen zorgen, er van houden. Afrikanen houden niet van dingen. Alles maken ze kapot en/of wordt weggesmeten. Geen liefde.
Hoe leg je zoiets uit. Want houden van slaat toch op mensen? Desondanks sloof ik me uit de goede bewoordingen te vinden.Natuurlijk is ze Afrikaanse. Maar daarom kan je nog wel wat opsteken van een ander. Vanmiddag nog: ik toon haar mijn zorgvuldig geregen lap om later te kunnen verven. De einddraden moeten afgeknipt. Ze rukt aan mijn handwerk, trekt de draden in de knoop. Geen schaar in de buurt? Dan trekken we het kapot. Desnoods met de tanden. Dat je je tanden kunt breken op dit soort draad interesseert haar domweg niet. Als ze er al aan denkt. Aan de tandartsrekening denken ze al helemaal niet. En trek je zo iets kapot? No problem, met het grootste gemak wordt het in een hoek gesmeten. Om vervolgens tussen de andere weggesmeten kapotte spullen te verdwijnen. Geen liefde.
De Engelse motorrijder heeft het ook ondervonden. De Gambiaanse monteur wilde met een moker het euvel aan de motor verhelpen. “Ho!” riep de Engelsman ”geef eens hier”. Waarop hij de hamer van hem aanpakte en ver weg smeet. “Die heb je niet meer nodig. Kijk!” en met zijn handen wiebelde de Engelsman het onderdeel los. Geen liefde.
Nu we toch bezig zijn, eenrichtingsverkeer dan ook maar weer eens. “Alles gaat van mij naar jou: spullen, aandacht, kleding,liefde.. wanneer komt er iets van jou naar mij? Wanneer ga jij zeggen: Mama, kan ik iets voor je doen? Ik heb soms pijn, dat weet je, dat zie je.” Ze knikt en trekt een schuldbewust gezicht. Ik geloof dat ze het begrijpt. “Yes Mama, shall I sweep for you?” en ze staat direct op en begint de matten voor de tent schoon te vegen.
Ze weet het weer. We hebben hier eerder over gepraat. Ik zal het nog vaak moeten herhalen vrees ik. Het gesprek lucht me op en heeft ons weer dichter naar elkaar gebracht. We zijn weer maatjes. Ze lacht, is open en maakt grapjes over de slang van vanmorgen. “Snake Mama!”pest ze me en maakt zich lachend uit de voeten als was ze bang dat ik haar op haar donder zou geven.
Als ze even later terugkomt geef ik haar een knuffel. “Veel leuker zo he?” en geef haar kleine kusjes. “Yes!!” glundert ze. En dan opeens begint ze te vertellen hoe ze zich voelde toen ik vorig jaar november afscheid van haar nam. Twee dagen had ze gehuild. Ik probeer het me voor de geest te halen en weet het weer. Ze was lastig geweest. Had zich als een verwend kind gedragen en begon mij bovendien de les te lezen over van alles en nog wat. Ook toen hadden we samen gepraat. Over haar plotselinge agressie, haar “stress“ zoals ze dat noemt. Aan het eind probeerde ik haar te troosten met de woorden dat ze haar gedrag niet helemaal zelf gekozen had en dacht aan het slaan van haar vader. Toen Mama twaalf jaar was verruilde haar moeder Gambia voor haar geboorteland Guinee-Conacry. In eerste instantie voor drie maanden. Haar zoons volgden haar. Mama wilde haar vader niet in de steek laten en bleef. Ze vergaf hem het slaan en ging bij familie in Kartong wonen.
Mama huilde en ik wiegde haar tot we weg moesten om naar het vliegveld te gaan. Ze was blij dat eindelijk iemand haar begreep.

Soms voelt het absurd en zelfs misplaatst om over emoties te praten in een land waar ze daar geen kaas van hebben gegeten.
Op het gevaar af over te komen als een missionaris, hoop ik tegen de klippen op te kunnen laten zien dat je liefde kunt voelen voor zowel mensen als dieren als dingen.


  • 03 Januari 2010 - 17:31

    Jan (lamin) De Groot:

    Je hebt het hier weer prachtig
    verwoord, Tien(2).
    Ik geniet nog dagelijks van je boeiende verhalen
    en van je objectieve kijk
    op het gambiaanse (gevoel?s)leven.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Tineke

..altijd onderweg..

Actief sinds 11 Okt. 2009
Verslag gelezen: 202
Totaal aantal bezoekers 355461

Voorgaande reizen:

04 Januari 2012 - 08 April 2013

Gambia winter 2013

23 Juli 2012 - 23 Augustus 2012

reis door schrijversland

14 November 2011 - 18 Februari 2012

Winter 2011/2012 Gambia

08 Juli 2011 - 29 Juli 2011

juli 2011 Naar de regen in Gambia

01 Oktober 2010 - 28 Januari 2011

2010/2011 Op herhaling in Gambia

02 Juli 2010 - 01 Augustus 2010

july 2010 The Gambia

30 Oktober 2009 - 09 April 2010

2009/2010 Juf in Gambia

Landen bezocht: