Zondag 25 juli 2010 - Reisverslag uit Tendaba, Gambia van Tineke Kalis - WaarBenJij.nu Zondag 25 juli 2010 - Reisverslag uit Tendaba, Gambia van Tineke Kalis - WaarBenJij.nu

Zondag 25 juli 2010

Door: Tien

Blijf op de hoogte en volg Tineke

25 Juli 2010 | Gambia, Tendaba

Om half zes loopt de wekker van de telefoon af. Het is nog donker. De spullen staan gepakt zodat we om zes uur op de kruising kunnen staan om de GillyGilly te pakken naar Brikama. Daar zullen we overstappen op een busje richting Soma. Ons doel: Tendaba Lodge aan de Gambiarivier, van origine een lodge waar veel jagers komen in verband met de aanwezige “bushpigs” . Ik heb geen woordenboek bij me en besluit dat het zoiets moet zijn als wildzwijn of everzwijn, iets wilds in ieder geval dat geschoten wordt om te eten.
In het donker zien we twee rode achterlichtjes bij de kruising. “Hey! Brikama” bast Djanko door het donker. Onderwijl stappen we in hetzelfde vroege-ochtend-tempo voort. Ik moet aan Nederland denken als je de bus wilt halen: rennen en vliegen, een klap op de achterkant om duidelijk te maken dat je mee wilt, en dan toch nog het nakijken hebben. Ik vertel het Djanko die me ongelovig aankijkt. En al wandelend bereiken we het busje dat rustig op ons heeft staan wachten. De reis is begonnen.
In Brikama is het tjokvol met busjes die naar alle windstreken zullen vertrekken, zowel binnen als buiten de landsgrenzen. Ik ben gek op die sfeer. Meisjes lopen met grote bladen zakjes naan (drinkwater) op hun hoofd. Jongens leuren met tandpasta en scheergerei. Moeders bieden hun zelfgemaakte zeep aan, hoewel ik denk dat het geraspte cocos is.
Het busje naar Soma is vrijwel vol. Toch vertrekken we nog niet. Zeker nog 1 persoon te weinig.. De jongens van het busje hangen vrolijk bij de achterkant rond. Ze zien er netjes uit in hun te grote spijkerbroek en overhemdje. De driver heeft een grote rastamuts op en telt het dikke geldpakket dat net ontstaan is nog eens na. Negentien personen, hebben ze allemaal betaald?
Een half uur later lijkt het of we gaan vertrekken. Niets is wat het lijkt en ook nu niet. Na veel heen en weer gescharrel van de busjes om ons heen, kan ons busje eindelijk achteruit richting bandenpomp gereden worden. Aha, de driver zorgt voor harde banden, dat schept vertrouwen. De weg die we zullen gaan is een uur gaans geasfalteerd zal later blijken. De rest is “in voorbereiding”en betekent veel wasbord-ribbels (bonke-bonke-bonk), modderpoelen en kuilen. Kleur: prachtig roodbruin. Nog een positieve bijkomstigheid: geen rode stofwolken want alles is vochtig. Ballast Nedam is al jaren bezig met de Zuidroute begaanbaar te maken, maar het vordert maar heel langzaam. Langs de weg liggen veelbelovende betonnen electriciteitspalen in het natte hoge gras. De Noordroute is veel beter, geasfalteerd en inderdaad van die palen langs de kant van de weg. Maar wij moeten nu eenmaal in het zuiden zijn en nemen het zoals het is.
Na twee en een half uur door elkaar geschud te zijn komen we in Kwinella aan. Daar bellen we de baas van de lodge die ons vervolgens op komt halen. We wachten bij het winkeltje van de Mauretanier op de hoek. Ik koop een bal voor een jongetje die niet kan geloven dat hij zomaar krijgt waar hij om gevraagd heeft. En ik vergis me in een scheet. Oei! Ik ren het winkeltje binnen: “toiletpaper please!” De man werpt me een pakje zakdoekjes toe en ik wandel zo koel mogelijk in de ochtendhitte richting golfplaten poephokje. Middenin het land staat het hokje, iedereen ziet de toubab naar binnen gaan. Okay, ik ben de schaamte redelijk voorbij en probeer te redden wat er te redden valt. Djanko kijkt me vragend aan als ik rustig terug kom stappen. Hij heeft me voor de grap geleerd hoe je met een kleine beweging van de wenkbrauw of een knippering met de ogen iemand iets duidelijk kan maken. Subtiliteit is me van nature vreemd en het is dan ook geen gezicht en op zijn minst ongeloofwaardig als ik zoiets probeer. Oefening baart kunst en dus weet ik hem subtiel duidelijk te maken dat ik de boel niet onder gescheten heb.

Bij de lodge worden we direct naar een rijtje afgebladderde bungalows geloodst. Als de deur open gaat zie ik een roestig airco apparaat aan de muur. Oh nee, geen airco! Gewoon een fan aan het plafond graag. En we willen ook graag zo’n leuk rond hutje met een rieten dak. Leuker en goedkoper. De man kijkt me beteuterd aan. Sorry, verkeerd ingeschat, kan gebeuren..

Er zijn twee groepen aanwezig. Een Engelse en een Nederlandse. De laatste gaat ’s middags met een bootje de rivier op en het is goedkoop als we daar bij aansluiten. Doen we. Ik verbaas me over zoveel truttigheid-op-vakantie. Was even vergeten dat er mensen zijn die denken dat elke reis naar Afrika een safarie is en dat het gevaar continue om de hoek loert.
In de piroque zitten we achter mekaar met steeds twee man op een bankje. Ik zit verliefderig met Djanko hand in hand, grote paraplu voor als het zal gaan regenen. Dat doet het, en niet zo’n beetje. Het klettert uit de hemel en de mangroves aan weerszijden zijn haast niet meer te zien. De Nederlanders hebben en masse hun dunne plastic poncho’s tevoorschijn gehaald maar hebben niet op de wind gerekend. Vanonder onze “palanzoro” zien we ze in gevecht met het opbollende plastic. Ze moeten doorweekt zijn tegen de tijd dat ze het onder controle krijgen. Hun Gambiaanse gids zit op het randje van de piroque. Onverstoorbaar in een doorweekt poloshirt en korte broek. Zijn enige zorg lijkt zijn boekje te zijn, waar hij regelmatig iets in opzoekt.
Op drie reigers na is er geen vogel te bekennen. De half-kikker-half-vissen in het water hebben zo´n schutkleur dat we ze niet kunnen onderscheiden. Het wordt gewoon een tochtje op de rivier en daar is wat ons betreft niets mis mee. We genieten van elkaar en de geluiden van het water. Djanko kletst wat met de bestuurder van de motor en ik prijs me gelukkig dat ik het voor mekaar heb gekregen deze droom waar te maken: eindelijk up-country gaan, landinwaarts. Al zal dit tripje minder dan een kwart van de totale oppervlakte van Gambia beslaan.

Gezellig samen dineren is er even niet bij. Ik heb mijn darmen nog steeds niet onder controle en mij ontbreekt ook elke eetlust. Ik weet dat er een buffet aangeboden zal worden aan de groepen. Het lijkt mij dat dat voor Djanko iets heerlijks moet zijn. Zoveel verschillende gerechten in een maaltijd. Dus zit hij even later breed grijnzend boven een overvol bord met rijst en aardappelen , vis en kip en wat-al-niet-meer. De uiensoep die ik besteld heb smaakt niet naar uien en in de verste verte is er ook geen uiensnipper in te bekennen. Misschien wel mijn redding. Vroeg slapen en gezond weer op. Voor zover mogelijk…

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Tineke

..altijd onderweg..

Actief sinds 11 Okt. 2009
Verslag gelezen: 382
Totaal aantal bezoekers 355121

Voorgaande reizen:

04 Januari 2012 - 08 April 2013

Gambia winter 2013

23 Juli 2012 - 23 Augustus 2012

reis door schrijversland

14 November 2011 - 18 Februari 2012

Winter 2011/2012 Gambia

08 Juli 2011 - 29 Juli 2011

juli 2011 Naar de regen in Gambia

01 Oktober 2010 - 28 Januari 2011

2010/2011 Op herhaling in Gambia

02 Juli 2010 - 01 Augustus 2010

july 2010 The Gambia

30 Oktober 2009 - 09 April 2010

2009/2010 Juf in Gambia

Landen bezocht: