12 zaterdag 23 juli 2011
Door: Tien
Blijf op de hoogte en volg Tineke
25 Juli 2011 | Gambia, Banjul
Ik geniet van de het koele avondwindje. Mijn huid voelt verbrand aan na het fietstochtje van vanochtend. Het zou een vrije dag voor ons worden en we zouden met de fiets naar zee rijden. Van samen gaan was helaas geen sprake. Djanko’s broer wist hem nog voor het ontbijt weg te roepen om op het land te gaan werken. Hem in zo’n geval ervan overtuigen dat het ons laatste weekend samen is heeft totaal geen zin, is mijn ervaring. Maar ik ben wel woedend. Ik giet de koffie naar binnen, maak de fiets klaar – er mankeert altijd wat aan en het duurt minimaal twee weken voor hij weer echt gebruiksklaar is – en keil gefrustreerd de badspullen in het zojuist gemonteerde fietstasje. Onderwijl denkend “het is zoals het is, hij zal nooit veranderen”.
Ik fiets over de enige asfaltweg naar zee. Heerlijk, de aanblik van het felgroene land doet me goed. In januari was alles dor en geel. Nu is het fris en groen. Aan het einde van de weg – en daarmee van het asfalt – rij ik verder over het roodkorrelige pad dat naar zee leidt. Aan weerszijden liggen de donkergrijze “mudflats”. Het zijn opgedroogde stukken rivier - moddervlakten – die door de lokale bevolking als “paso” aangeduid worden. Hierdoor kunnen de vrouwen die de vis naar het dorp brengen de weg naar zee flink afsteken. In ganzepas zie je ze vaak ’s avonds met manden op het hoofd huiswaarts gaan.
Na een klein half uurtje fietsen kom ik bij de Senegalese vissers aan. Ze hebben lage hutten opgetrokken langs de kreek die uit zee komt. Ze boeten er hun netten en roken de vis.
“Saama Saama” groet ik.
“Comment ca va?” klinkt het van onder het palmbladeren dakje.
Tussen de netten en boten door denk ik naar het strand te lopen. Maar deze keer loopt de kreek zo ver door dat het einde bijna niet te zien is. De kreek is slechts met een bootje te overbruggen wil je het strand bereiken. Ik besluit “achterlangs” te gaan en over de moddervlakte te lopen tot ik het einde van de kreek bereikt heb. Spannend is het wel, want ik ben alleen en heb dit nog niet eerder gedaan. Het is bloedjeheet en ik hoop maar dat hier geen drijfzand zit. Ik sjok me voort. Dan zie ik tussen de dorre takken aan de kant de zee glinsteren. Ik volg een bandenspoor van een fiets en bereik uiteindelijk het verlaten helwitte zand van het strand. Ik beloon mezelf met een duik in zee. Het warme water is altijd nog koeler dan het hete strand. Het lijkt de Sahara wel.
Je kunt je hier alleen wanen, ervaring heeft me geleerd dat er in no-time iemand voor je neus kan staan. En zo gebeurt. Schijnbaar uit het niets staat er opeens een jongen me aan te staren. “Leave me alone please!” roep ik, maar dat klinkt klaarblijkelijk uitnodigender dan de bedoeling is. Want de jongen begint zich uit te kleden en lijkt vastbesloten om gezellig met mij in zee te duiken. Als hij in onderbroek de zee in gesprongen is, klauter ik er maar weer uit. Weliswaar topless maar gelukkig niet helemaal naakt zoals ik meestal doe. Ik steek voor alle duidelijkheid nog even een waarschuwende vinger op en draai hem de rug toe. Hij geeft het zowaar op, kleedt zich uiterst traag weer aan en verdwijnt uiteindelijk via de moddervlakte uit zicht
He he, eindelijk rust. Maar ik zit nog geen minuut of de volgende dient zich aan. Negeren tot het niet langer kan lijkt me wel een goeie. En dus tuur ik strak over zee naar de einder. Dan voel ik opeens twee sterke bruine armen om me heen en een kus in mijn nek. Djanko. Hij overrompelt me zo, dat ik geen tijd heb om hem op zijn donder te geven. Mijn verstand gaat op nul en ik laat alle woede varen. Ik vraag me zelfs af hoe ik nou toch zo kwaad op hem kan worden. Hij kan er toch ook niks aan doen dat hij in Afrika geboren is? In het Afrika met die totaal andere normen en waarden, met die idiote regels in mijn ogen af en toe..
We spartelen als twee blije kinderen in het zeewater, blij dat de bui weer overgewaaid is. We wandelen - notabene op het heetst van de dag – terug naar de vissers. Daar heeft Djanko op de heenweg vis gekocht van zijn zojuist verdiende geld. Hij rijgt ze aan een touwtje.”African style” beantwoordt hij mijn vragende blik en lacht een rij witte tanden bloot.
Met de vissen aan het stuur fietsen we blij terug naar huis.
-
26 Juli 2011 - 06:14
Marjolijn:
Fijn dat het dan toch nog een fantastische dag werd..!!
Geniet nog van de laatste dagen meis.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley